Agrizoofobie is een angst voor wilde dieren. Een patiënt die lijdt aan deze aandoening heeft moeite om naar plekken toe te gaan waar wilde dieren zijn zoals dierentuinen. In ernstige gevallen durft iemand die bang is voor wilde dieren helemaal het huis niet meer uit, omdat wilde dieren overal om ons heen zijn. Effectieve behandelingen voor agrizoofobie zijn onder andere mindfullness en exposuretherapie. Traumatische ervaringen uit het verleden zijn de hoofdoorzaak van deze fobie.
Agrizoofobie
Agrizoofobie is de angst voor wilde dieren. Het woord stamt uit het Grieks, agri betekent veld, zoo betekend dier en fobie betekent angst. Mensen die lijden aan deze fobie zijn bang voor situaties waarin er eigenlijk geen werkelijk gevaar is. Bij het denken aan een situatie waarbij wilde dieren zijn kan iemand die lijdt aan agrizoofobie een paniekaanval en andere vervelende symptomen van deze angst ervaren. De geest van de patiënt ziet een wild dier als een reëel gevaar en gaat daarom over tot paniek. Deze fobie staat ook bekend als de angst voor jungledieren en wilde dieren fobie. Agrizoofobie is een verzamelnaam voor fobieën die met dieren in het algemeen hebben te maken. Mensen die last hebben van een enkel dier lijden doorgaans aan een specifiekere fobie. Zo lijdt iemand die bang is voor spinnen aan arachnofobie (spinnenangst) en iemand die bang is voor slangen aan ofidiofobie (slangenvrees). Iemand die lijdt aan de psychische aandoening agrizoofobie is bang voor (haast) alle wilde dieren en heeft geen specifieke angst voor een soort. De symptomen kunnen bij verschillende wilde diersoorten wel variëren. De bekendste dieren waar mensen die last hebben van deze irrationele angst zijn onder andere:
- Slangen
- Spinnen
- Krokodillen
- Beren
- Varkens en varkenssoorten
- Duiven
- Haaien
- Vleermuizen
- Ratten, muizen
- Vogels
- Safaridieren (giraf, olifant etc.)
- Kleinere dieren als insecten en sommige reptielen
Ontstaan bij jonge kinderen
Een jong kind gaat voor het eerst met zijn ouders naar de dierentuin toe. Alle spullen zijn ingepakt om er een leuke en leerzame dag van te maken. Eenmaal aangekomen bij de dierentuin kijkt het kind voor het eerst naar een giraf of zebra in een kooi en begint onmiddellijk met huilen. Troosten heeft geen direct effect. Niet wetend wat er met het kind aan de hand is wordt de dierentuin snel verlaten. Onderweg stopt het kind met huilen en alles wat hij kwijt wilt is dat hij de dieren ‘eng’ vindt. Hij heeft last van een vorm van agrizoofobie.
Ernstige gevolgen van agrizoofobie
Mensen die lijden aan deze fobie kunnen met de volgende gevolgen te maken krijgen:
- Het vermijden van dierentuinen
- Nooit op vakantie gaan naar landen waar enge wilde dieren aanwezig zijn
- Het huis volledig afsluiten voor wilde dieren, irrationele aankopen doen om dit te bewerkstelligen
- Geen televisieprogramma’s kijken met wilde dieren
- Geen tijdschriften of boeken lezen met plaatjes van dieren
Oorzaak van de angst
De oorzaak van agrizoofobie is vaak een traumatische ervaring uit het verleden. Als kind kan een circus of een bezoek aan de dierentuin een traumatische ervaring zijn. De grote, enge en onbekende dieren zorgen ervoor dat de hersenen de paniekknop aanzetten en dat het lichaam in verdediging gaat. Ook kunnen negatieve ervaringen met wilde dieren er voor zorgen dat de fobie ontstaat of verder aangewakkerd wordt. In sommige ernstige gevallen kan de fobie opkomen door het kijken naar beelden of plaatjes van wilde dieren.
Symptomen van agrizoofobie
De symptomen zijn per persoon verschillend. Iemand met een heftige traumatische ervaring uit het verleden (bijvoorbeeld getrapt door een wild paard) zal de symptomen heftiger ervaren als iemand die slechts een beetje angstig is voor wilde dieren. In beide gevallen is medische hulp echter noodzakelijk. Als iemand die lijdt aan deze psychologische aandoening geconfronteerd wordt met wilde dieren kunnen de volgende symptomen zich voordoen bij de patiënt:
- Ademnood, naar adem happen
- Abnormaal veel zweten
- Misselijkheid
- Droge mond
- Paniekaanvallen
- Hartkloppingen
- Trillen
- Vluchtgedrag
- Het gevoel geen controle over eigen lichaam te hebben
- Het gevoel iedereen die u lief heeft te willen beschermen, onrustig gevoel
Behandeling van agrizoofobie
Net zoals bij andere fobieën is agrizoofobie behandelbaar. In de meeste gevallen kan de angst onder controle blijven of zelfs volledig wegblijven. Behandeling voor agrizoofobie bouwt zich doorgaans rustig op. De patiënt krijgt plaatjes en beelden te zien van wilde dieren. Het uiteindelijke doel is om naar een plek toe te gaan waar wilde dieren aanwezig zijn. Dit uiteraard onder begeleiding van een therapeut of psycholoog. Overige behandelingen voor deze irrationele angst zijn:
- Hypnotherapie
- Mindfullness
- NLP (Neoro-Linguistic Programming)
- Cognitieve gedragstherapie
- Praten met een deskundige
- Ademhalings- en ontspanningsoefeningen.
- Desensibilisatietherapie
- Exposure-therapie
- Rustgevende medicatie
Tot slot
U bent niet de enige met een angst voor wilde dieren. Deze fobie komt veel voor en u hoeft zich niet te schamen om het eerste contact met uw huisarts te leggen. De huisarts zal u doorgaans doorverwijzen naar iemand met een specialisatie in fobieën. Wilde dieren zijn overal om ons heen en bij patiënten die lijden aan agrizoofobie kunnen de wilde dieren ook ingebeeld worden. Merkt u enkele symptomen van agrizoofobie bij het denken of zien van wilde dieren? Schakel dan direct een huisarts in voordat de fobie uit de hand loopt. Des te eerder u erbij bent des te sneller de behandeling zal gaan. U kunt dan weer genieten van een dag naar de dierentuin met de kinderen of een safari in Afrika.