De ontwikkeling van angsten bij kinderen komt doordat het kind nog klein is en weinig kracht heeft. Hoe jonger kinderen zijn des te vatbaarder zijn ze voor angsten. Volwassenen (de ouder of opvoeder) kunnen het kind helpen om sterker en verstandiger te worden door ze aan te moedigen, leiden en te helpen bij het verkrijgen van kracht en zelfvertrouwen. De afhankelijkheid bij kinderen moet groeien naar de fase van volwassen zelfvertrouwen. Bangheid bij kinderen is normaal en met de juiste houding van de ouder, is het niets om zorgen om te maken.
Afhankelijkheid bij kinderen en angsten
Er bestaan meerdere redenen waarom kinderen een stuk minder in staat zijn om dreigende situaties met bijvoorbeeld mensen en dieren kunnen relativeren. Een hoofdreden is het gebrek aan kracht bij kinderen. Lichamelijk gezien zijn kinderen veel zwakker en kleiner, ze hebben minder ervaring in het leven en weten minder dan volwassenen gevaren in te schatten. Hoe jonger kinderen zijn, hoe minder kracht ze hebben. Hoe jonger ze zijn, des te meer vatbaar zijn ze voor angsten die ze tegen kunnen komen in hun leven. De tweede reden is hun afhankelijkheid. De behoefte bij kinderen aan het hebben van bondgenoten of gelijken is vele malen groter dan bij volwassenen. Kleine kinderen kunnen niet overleven, tenzij een volwassene zich met hun lot bemoeit en ze voorziet van bijvoorbeeld voedsel en een onderkomen. Het is dus heel natuurlijk dat datgene waar kinderen het meest bang voor zijn, neerkomt op verstoting en overgelaten te worden aan hun lot.
Keuze van situaties
Naast de bovenstaande hoofdredenen waarom kinderen vatbaarder zijn voor angsten zijn ook de situaties waar kinderen zich in bevinden van belang. Kinderen kiezen nooit de situaties uit waar ze zich in bevinden, en kunnen deze evenmin veranderen. Volwassenen kunnen dit wel, ze kunnen ergens anders gaan werken, wonen of een nieuwe relatie aangaan. Kinderen komen echter ter wereld en worden grootgebracht door mensen die ze niet gekozen hebben en worden door deze mensen in soms enge situaties gebracht waar ze bang kunnen worden. Ze moeten naar een nieuwe buurt verhuizen, gaan naar een nieuwe of andere school toe en worden gedwongen een verschillend milieu te betreden zonder dat ze zelf grip hebben op de situatie.
Angsten
Aangezien kinderen van zichzelf weinig macht hebben, kunnen angsten, tenzij ze worden onderdrukt, hun geestelijke gezondheid ernstig benadelen. Iemand met zelfvertrouwen reageert op een gevaar door de krachten te bundelen en een situatie met opgeheven hoofd tegemoet te zien. Een kind kan door een dreigende situatie echter verlamd raken, omdat het weinig zelfvertrouwen, kracht en weinig gevoel voor eigenwaarde heeft. Angstige en bange kinderen nemen vaak hun toevlucht tot een eerder ontwikkelingsstadium, waarin ze zich beter beschermd en veiliger voelden. Een kleuter kan tot babypraat terugvallen, terwijl een kind dat al naar schoolgaat begin met bedplassen.
Angsten verminderen bij opgroeiende kinderen
Elk kind heeft het recht om daadwerkelijk kind te zijn, en heeft het recht op alle ouderlijke bescherming en aanvaarding die het nodig heeft om het een gevoel van veiligheid te bezorgen. Alleen al de aanwezigheid van sterke ouders met zelfvertrouwen (of eventuele plaatsvervangers, voogden en/of opvoeders), vermindert de angsten van het kind aanmerkelijk. Kinderen moeten worden geleid en geholpen bij het groeiproces. Ze moeten worden geholpen sterker en verstandiger te worden, en ze dienen een realistische schatting van hun lichamelijke en geestelijke hulpbronnen te ontwikkelen. Ze moeten worden aangemoedigd in het natuurlijk proces, waarbij voor het afhankelijk zijn van anderen een gevoel van zekerheid en zelfvertrouwen in de plaats komt.