Veel ouders maken de fout door het kind extreem te straffen als het iets fout heeft gedaan of door het kind juist teveel in bescherming te nemen. Deze fouten kunnen angsten bij peuters aanwakkeren, waar ze in hun latere leven nog last van kunnen gaan krijgen. Sommige angsten zijn echter logisch en erg nuttig, maar onlogische angsten moeten wel zo snel mogelijk afgeleerd worden. Hoe moet u als ouder wel reageren als uw kind iets nieuws leert? Hoe reageert u op een kind dat bang is om alleen gelaten te worden?
Hoe niet te reageren?
Er bestaan twee belangrijke methoden waarop angsten van een peuter niet moeten worden aangepakt. Dat zijn bestraffing in het ene extreme en overbezorgdheid in het andere uiterste geval. De vindingrijkheid van een peuter kan een ouder helemaal gek maken. Tegen bedtijd zal een kind dat bang is te gaan slapen (het vermoedt dat zijn ouders weg zullen gaan zodra het zijn ogen sluit) om de paar minuten naar de badkamer willen gaan of plotseling om een beetje melk vragen. Er is niets verkeerds aan dit met een kalme, vastberaden en vriendelijke stem te verhinderen. De zelfverzekerdheid van zijn ouders zorgt ervoor dat het kind zich veiliger voelt; hun boosheid maakt het echter banger en opgewonden
Bang om alleen te zijn
Ongeduld, irritatie of boosheid van de ouders worden door het kind vaak ervaren als een verwerping. Het kind kan het niet helpen dat het zich op deze leeftijd bang en eenzaam voelt, zelfs indien zijn ouders zich in een andere kamer bevinden. De angst alleen te worden gelaten drijft het tot dingen die de ouders irriteren, maar wat het in werkelijkheid vraagt is te worden gerustgesteld dat ze hem niet alleen zullen laten.
Kind straffen
Boos worden op een bang kind staat gelijk met het te straffen, omdat het onzeker en te afhankelijk is. Door straf zal het zich zeker niet veiliger gaan voelen, evenmin onafhankelijker. Het zal er ongelukkiger en onzekerder door worden en het zal nog afhankelijk zijn. Kinderen die genoeg liefde ontvangen en in voldoende mate worden gerustgesteld, zijn beter voorbereid tot het zoeken van hun eigen weg. Een kind dat aanvoelt dat het wordt geaccepteerd en zich daardoor zeker voelt, kan het niet schelen een paar uur in een kleuterschool of peuterspeelzaal te worden achtergelaten, maar een kind dat onzeker is hangt constant aan zijn of haar ouders. Met andere woorden, hoe meer zekerheid het kind krijgt, hoe minder het in zijn latere leven nodig zal helpen.
Overmatig willen beschermen
Een andere zeer slechte methode is de te grote protectie. Een kind heeft sterke, welwillende ouders nodig. Zwakke, besluiteloze en zorgelijke ouders ondermijnen het gevoel van zekerheid van de kleuter. Dit gebeurt ook door een te grote bescherming. Kleuters zijn niet gemakkelijk te hanteren. Een geïrriteerde ouder kan zich schuldig voelen omdat ze het kind heeft berispt en dan proberen dit te compenseren door overmatige bescherming te bieden. Het is onnodig om te zeggen dat hierdoor de angsten van het kind worden vergroot, want als de ouder zich zoveel zorgen maakt, moeten de zaken er inderdaad wel slecht voorstaan
Logische en onlogische angsten
Sommige tot de kinderjaren behorende angsten zijn van logische aard en zullen in de toekomst kunnen worden gecorrigeerd. Iedere vrees voor een werkelijk aanwezig gevaar is een nuttige eigenschap voor het kind en moet worden aangemoedigd door de ouders. Naarmate het kind opgroeit en meer over zijn omgeving te weten komt, zal de reeks angsten zich uitbreiden. Zeker, niet alle angsten zijn nuttig en opbouwend. Sommige kinderangsten, in het bijzonder die voor denkbeeldige figuren, zijn nutteloos en zelfs schadelijk. Sommige angsten overleven hun nuttig effect; in de prille jeugdjaren zijn ze terecht, maar in het latere leven van het kind worden ze nutteloos.