Brotonfobie is de irrationele angst voor onweer, donder en bliksem en alles wat daarmee te maken heeft. Iemand die aan deze fobie lijdt is doodsbang voor dit soort natuurverschijnselen. De fobie ontstaan vaak in de kinderjaren en kan op latere leeftijd terugkomen bij patiënten. De angst kan leiden tot hevige paniekaanvallen en het vermijden van open plekken als er slecht weer dreigt. Ook kan iemand in de eigen veilige omgeving last hebben van de fobie. Behandeling in de vorm van cognitieve gedragstherapie, mindfullness en exposuretherapie wordt vaak ingezet om deze angst te verhelpen of in ieder geval te verminderen
Bang voor onweer
De angst voor onweer, donder en bliksem wordt ook wel brontofobie, astrafobie, keraunfobie of tonitrofobie genoemd. Als u hieraan lijdt heeft u een abnormale angst voor alles wat met onweer te maken heeft. Het is een fobie die zowel bij mensen als dieren veel voorkomt, de fobie staat zelfs in de top 10 van meest voorkomende fobieën ter wereld. Het woord stamt van het Griekse ‘bronté’, wat donder betekent en ‘phóbos’ wat angst of vrees inhoudt. Omdat iemand niet constant bang is en de angst zich concentreert op een enkele gebeurtenis valt deze fobie onder de specifieke angsten en zijn ze goed te behandelen. In sommige gevallen wordt brontofobie ook gebruikt om de angst voor zware geluiden aan te duiden, al is dit zeer zeldzaam.
Help, mijn kind is bang voor onweer!
Uit eens studie gedaan in 2007 in Amerika is bewezen dat de angst voor onweer voornamelijk bij kinderen voorkomt en dat deze in de top 3 mees voorkomende fobieën ter wereld staat. Als uw kind last heeft van de angst voor onweer, is er nog niets aan de hand en hoeft dit nog niet te betekenen dat er een fobie heeft ontwikkelt. De angst voor donder en bliksem is zeer normaal bij kinderen en als de angst niet langer dan zes maanden aanhoudt kan het geen volwaardige fobie genoemd worden. Pas daarna (of bij hevige angsten en paniekaanvallen binnen deze zes maanden) dient er hulp gezocht te worden bij een (gedrags)therapeut. Om uw bange zoon of dochter te helpen met deze angst kunt u zorgen voor afleiding tijdens de onweer door spelletjes te spelen of andere activiteiten te ondernemen. Ook helpt het als u en uw partner zelf rustig reageren als er onweer dreigt.
Symptomen van de fobie
Een persoon die lijdt aan brontofobie of astrafobie voelt zich paniekerig of angstig als het onweert en bliksemt buiten, ook al begrijpen ze dat de angst irrationeel is en dat het weer buiten geen grote bedreiging vormt. De symptomen zijn over het algemeen gezien heftiger als iemand alleen is tijdens een storm met bliksem en minder heftig als er iemand anders (vertrouwd) aanwezig is. De persoon zal vaak proberen de geluiden te dempen door de handen op de oren te houden, onder bed gaan liggen, in een kelder te gaan zitten of een plek op te voelen die veilig aanvoelt. Iemand die lijdt aan de fobie zal de weersvooruitzichten angstvallig en bijna obsessief in de gaten willen houden. De symptomen die zich voordoen zien we bij veel andere fobieën ook terug, dit zijn bijvoorbeeld:
- ongecontroleerd trillen
- huilen
- zweten
- paniekaanvallen
- gevoel naar het toilet te moeten (aandrang)
- misselijkheid
- versnelde hartslag.
Behandeling van de angst
Kinderen maken tijdens hun eerste jaren op deze wereld veel angsten mee. Deze zijn vaak onschuldig en als ze niet langer dan zes maanden duren hoeven ze ook niet behandeld te worden (tenzij ze samengaan met hevige paniekaanvallen of andere heftige schrikreacties of naar eigen inschatting door de ouder zelf). Bij volwassenen en kinderen zijn de volgende therapieën geschikt om de angst te verhelpen of in ieder geval flink te verminderen:
- Hypnotherapie
- Mindfullness
- NLP (Neoro-Linguistic Programming)
- Cognitieve gedragstherapie
- Praten met een deskundige
- Ademhalings- en ontspanningsoefeningen die thuis gedaan kunnen worden
- Desensibilisatietherapie
- Exposure-therapie
- Rustgevende medicatie (oxazepam of antidepressiva als citalopram, sertraline of pardoxetina)
Brontofobie bij honden en katten
Ook onze huisdieren kunnen last hebben van deze fobie. Volgens studies hebben tussen 15 en 30 procent van de honden last van extreme paniekreacties tijdens onweer, donder en bliksem buiten. Katten hebben in mindere mate last van angsten dankzij de geluiden buiten en laten dit in hun gedrag ook minder goed merken. Net zoals bij (kleine) kinderen is het belangrijk om als baasje niet heftig te reageren als er harde geluiden ontstaan. Het troosten van een geschrokken of paniekerige huisdier werkt vaak averechts. U kunt het beste gewoon doorgaan waar u mee bezig bent op dat moment.
Tot slot
Bang zijn voor onweer, de flitsen en de harde geluiden die daarbij horen is normaal bij kinderen en dieren. Het is belangrijk dat u als ouder rustig reageert als er onweer dreigt en er geen groot punt van maakt. Samen met uw kind een spelletje spelen of andere vormen van afleiding werken positief om ervoor te zorgen dat er geen fobie met paniekaanvallen ontstaan. Als er bij kinderen of volwassenen wel paniekaanvallen of andere symptomen van brontofobie ontstaan dient er zo snel mogelijk een huisarts worden ingeschakeld, hij kan u doorverwijzen naar een expert.