Helperssyndroom, altijd voor anderen klaarstaan

Wij schrijven onze teksten en reviews als onafhankelijke partij. Daarbij maken we soms gebruik van affiliate links. Meer hierover lees je in ons advertentiebeleid.

Mensen helpen, dag en nacht. Altijd voor iedereen klaarstaan. Dit zijn, samen met de karaktereigenschap behulpzaamheid allemaal goede eigenschappen voor een persoon, maar het moet niet te gek worden. Het moet in balans blijven. Het helperssyndroom komt voor in relaties, bij hulpverleners en in talloze andere beroepen. Mensen die lijden aan het helperssyndroom willen iedereen hulp aanbieden om zo bijvoorbeeld de eigen onzekerheid te compenseren. Als de hulp niet geboden kan worden kan men depressief worden of een burn-out krijgen. Er ontstaat bij het hulperssyndroom dikwijls een ongelijkwaardige relatie.

Geven

Als we aan geven denken dan komen we al snel uit op cadeautjes en overige materiele zaken. Geven kan echter ook in de vorm van energie, tijd en hulp aan anderen. Het geven van deze tijd, aandacht, belangstelling en waardering is minstens zo belangrijk. Pas als je belangeloos geeft en er niet iets voor terugverwacht, kan er een gevoel van geluk ontstaan.

Het helperssyndroom

Het is echter niet verstandig om enkel te geven, ook al ontstaat er soms geluk. Als je als mens alleen maar energie, tijd en hulp schenkt aan anderen en zelf niets ontvangt, is de balans snel zoek. Je eigen energieniveau raakt uitgeput en je kunt hierdoor in (pyschische) problemen raken. Dit noemen we het helperssyndroom. Het woord komt uit de psychiatrie en is overgenomen uit het Duits (Helfersyndrom). Iemand die lijdt aan het helperssyndroom heeft een sterke drive om anderen te helpen en te zorgen dat andere mensen zich beter voelen. Dit syndroom komt veelvuldig bij de volgende beroepen voor:

  • Docenten
  • Psycholoog
  • Priester
  • Medische beroepen
  • Maatschappelijk


Het helperssyndroom komt vaker voor bij mensen met een lage eigenwaarde en bij mensen die een gebrek hebben aan zelfbewustzijn.

Kenmerken van iemand met het helperssyndroom

De term helperssyndroom werd geïntroduceerd door Wolfgang Schmidbauer, een psycholoog uit München. Als u meerdere van de volgende kenmerken heeft als persoon bestaat er een kans dat u last heeft van dit syndroom:

  • U heeft een laag gevoel van eigenwaarde
  • U stopt het eigen gevoel weg om anderen te kunnen helpen
  • U verwerpt ondersteuning bij de hulp van anderen
  • U overschrijdt dikwijls uw eigen fysieke grens (u gaat te ver om de hulp te kunnen bieden)
  • U verwaarloost de eigen behoeften en verlangen
  • U verwacht van de mensen die u helpt dankbaarheid en waardering
  • Als u er een keer niet voor iemand kunt zijn voelt u zich slecht

De gevolgen van het helperssyndroom

Onder de gevolgen van het syndroom vallen onder andere de volgende dingen:

  • De balans tussen geven en nemen is verstoord. We geven meer dan we krijgen.
  • Er wordt niet meer gewacht om hulp aan te bieden, deze hulp wordt vanzelf geboden
  • De behoeften en wensen van anderen kan beter worden ingeschat dan de eigen behoeften
  • De persoon die lijdt aan het helperssyndroom voelt zich dikwijls uitgeput en versleten
  • Depressiviteit ligt op de loer
  • Het delen van eigen verlangens, gevoelens en doelen staat op de achtergrond
  • Hulp van anderen wordt geweigerd
  • Er wordt drugs en/of andere verdovende middelen ingezet om (psychische) overbelasting tegen te gaan
  • Overige gevolgen zijn: burnout, depressie en psychosomatische ziekten, waaronder fibromyalgie, hypoglykemie, RSI, MCS, spasmofilie, bekkeninstabiliteit en hyperventilatie.

In een relatie

Naast de bovenstaande beroepen komt het helperssyndroom ook voor in relaties. Het kan voorkomen dat één persoon in een relatie altijd klaarstaat voor een ander, terwijl de ander deze hulp wel accepteert maar er weinig voor teruggeeft. In zulke gevallen moet er goed gekeken worden of de relatie wel in evenwicht is, anders bestaat de kans om in bijvoorbeeld in een depressie of burn-out te geraken.


Edwin

Edwin

Op Husl.nl schrijft Edwin over alles wat maar in hem opkomt. Niets meer, niets minder.

Reacties zijn gesloten.